Prieweg 11, 26969 Butjadingen
Klooster Roddens
De Johannieter commanderij Roddens – ten oosten van Eckwarden – is gesticht na 1319, maar uiterlijk in 1334. Het wordt voor het eerst in documenten vermeld in 1420: Het Johannieter klooster Langewische (bij Stollhamm, gesticht vóór 1319) werd daarheen verplaatst om aan de stormvloeden te ontkomen.
Van 1306 tot 1523 was het eiland Rhodos de hoofdzetel van de Johannieter Orde en daarom worden de Ridders van Sint Jan „Rhodenzers“ genoemd, daar is de naam Roddens van afgeleid. De Orde van Sint Jan bouwde in Roddens een stenen huis en een kapel met een dakruiter, die nog te zien zijn op een kaart uit 1648/49, toen het gebouw zijn functie van klooster was verloren.
In 1424 wordt in een document ene Meynard genoemd als commandeur (zoals een abt van de Johannieter orde wordt aangeduid) van Roddens. Hij en andere geestelijken uit Butjadingen zijn verantwoording verschuldigd aan de pastoor van Arle in Oost-Friesland. Roddens bezat een buitenplaats met een kapel in Stick (gemeente Butjadingen), en waarschijnlijk een totaal van 133 hectare moerasland.
Zoals andere Johannieter huizen in zijn domein, ontbond Graaf Anton I van Oldenburg het klooster van Roddens in 1525. In een lijst van voormalige kerkelijke bezittingen die rond 1568 werd opgesteld, wordt het „Sticke-klooster“ vermeld als eigenaar van twee klokken en een kelk.
Pas in 1588 – na een proces voor het Hof van de Keizerlijke Kamer tegen het Graafschap Oldenburg – zag de Johannieter orde af van haar aanspraken op het klooster van Roddens en kreeg zij schadevergoeding. Roddens wisselde in de loop der eeuwen verschillende malen van eigenaar, totdat uiteindelijk in 1854 het Graafschap Bentinck het voormalige Johannieter landgoed verkocht aan Groothertog Peter II van Oldenburg. Het voormalige Johannieter klooster van Roddens werd toen een staatsdomein. Sinds 1875 beheert de familie Plump de voormalige Commanderij Roddens.
Vertaling : S. van Genuchten