Skip to main content
Klooster Hoven

Hermann-Schulz-Str./Salzwiesenpfad, 26452 Sande

Klooster Hoven

De verloren Ccommanderij van Hoven lag ongeveer 4 km ten noordoosten van Dan?gast en ten westen van Bant in het estuarium van de Jade. Het oudste bewijs van het bestaan van het klooster wordt geleverd door de Historia van Bucken van omstreeks 1294. Er wordt daarin melding gemaakt van een roofoverval door de Friese voorvader van de graven van Hoya, waarbij de de schat van het klooster werd veroverd.

Met de buit kocht hij de titel en het wapen van de Graven van Stumpenhusen en het Graafschap Krumme.

Dit gebeurde in het laatste kwart van de 12e eeuw en wordt bevestigd door onafhankelijke bronnen.

Het is niet zeker of Hoven aanvankelijk werd gesticht als een nederzetting van Tempeliers, of als een Johannieter Commanderij. Al in 1218 zou het klooster zijn beschadigd door een stormvloed.

Tussen 1307 en 1314 werden ook lekenzusters toegelaten tot de kloosterorde.

In 1319 behoorden Commanderij en Convent Hoven in elk geval tot de Orde: samen met de andere Friese Johannieter kloosters sloten zij een contract met de Johannieter Commandeur van Burgsteinfurt, dat hen een grote mate van onafhankelijkheid verleende.

De parochiekerk van St. Andreas in Arngast (die na 1613 in het estuarium van de Jade is vergaan) was verbonden aan het klooster van Hoven.

Hoven en omgeving werden vernietigd door de verwoestende stormvloed van 1511, de Antonie- of Marcellusvloed. De enkele gebouwen die in het midden van de 17e eeuw nog bestonden, zijn later alsnog verdwenen.

In 1512 verhuisde de Commanderij naar het Buitenhof in Dangast, waar zij bleef tot de dood van de laatste commandeur Sieverd (Severt) Schmedes in 1550.

Uit het inmiddels verloren gegane „Missaal van de Hover Monniken“, konden rond 1550 nog historische en genealogische uittreksels worden gekopieerd.

Vertaling: S. van Genuchten