Skip to main content
Kloosterboerderijen Bredehorn

Klosterhof Bredehorn, Klosterhof, 26345 Bockhorn
Klosterhof Jührden, Jührdenerfelder Str. 2, 26345 Bockhorn
Klosterhof Lindern, Straße nach Lindern 11, 26345 Bockhorn
Klosterhof Grabhorn, Am Klosterhof 4, 26345 Bockhorn

Kloosterboerderijen Bredehorn

Volgens een vermelding in een middeleeuws wonderverhaal bestond in Bredehorn reeds in het jaar 1211 een Benedictijner vrouwenklooster. Met betrekking tot de stichting van een Johannieter commanderij op die plaats ontbreken de gegevens. Waarschijnlijk werd het benedictinessenklooster door een ordewisseling een Johannieter commanderij. Dergelijke overgangen kwamen in die tijd in de regio wel vaker voor. In het „Groninger Akkoord“ van 1319 duikt de commanderij „Vredehorne“ („vredige hoek“) voor het eerst in een oorkonde op.

Tot het complex behoorde behalve een kerk en een kerkhof ook een klokkentoren. Deze werd nog in de jaren ’20 van de vorige eeuw afgebroken. Op reeds bestaande boerderijen ontstonden de „voorwerken“ (uithoven) Bredehorn, Lindern, Grabhorn en Jührden. Als economische basis bedreven de Johannieters op de schrale geest- en veengrond hoofdzakelijk schapenteelt en bosbouw.

Commandeur Johannes van Haren stelde in 1506 in het Nederduits een „Kroniek van het aartsgraafschap Oldenburg“ samen.

Theile Röben was in 1531 de laatste commandeur (abt) van de Johannieter commanderij te Bredehorn. Hij werd daarna de eerste protestantse dominee in Varel.

Graaf Anton I van Oldenburg hief in 1530/31 de Johannieter commanderij te Bredehorn op, nam de landerijen in beslag en droeg de kloosterboerderijen in beklemming over aan „meiers“ (een „meier“ exploiteert namens en voor een grondheer een boerderij). De Johannieter Orde maakte daartegen bezwaar en maakte de zaak aanhangig voor het Rijkskamergerecht. In 1572 kwam het tot een uitspraak, waarbij graaf Anton de Johannieter bezittingen in het Oldenburgerland tegen betaling van 5.000 daalders kreeg toegewezen. De kloosterboerderij te Linders wird reeds in 1532, die van Bredehorn in 1533 en die van Jührden in 1580 door de graaf in meierrecht uitgegeven; net als Grabhorn vóór 1572. Het klooster Bredehorn werd verwoest en het bouwmateriaal werd hergebruikt voor het Neuenburger Schloss.

Enkele gedenkplaten in de buurt van de kloosterboerderijen herinneren aan de Johannieter commanderij van Bredehorn.

De vier kloosterboerderijen bevinden zich tegenwoordig in privébezit en worden door verschillende families geëxploiteerd. Zo wordt de geschiedenis van de voormalige kloostererven voortgezet.

Vertaling: J.G. Abbes