Skip to main content
Kloosterboerderij Dangast

Auf der Gast 29, 26316 Varel (Dangast)

Kloosterboerderij Dangast

De Antoniusvloed , 16 januari 1511, was een van de meest verwoestende stormvloeden aan de Noordzeekust van Duitsland. Hermann Hamelmann schreef erover in 1599:
„Het Rüstringer Land werd het zwaarst getroffen; alle kerken en kerspels (= parochies) en het klooster Havermonnicken (Hoven) werden overspoeld.“
Het klooster van Hoven behoorde tot de Johannieter orde, getuige een document uit 1319. Het lag op 4 kilometer ten noordoosten van Dangast en ten westen van Bant (Wilhelmshaven).
Na de verwoesting in 1511 verhuisde de laatste commandeur (abt) van Hoven, Sievert Schmedes, naar het voorwerk (kloosterboerderij) in Dangast. Het dorp – gelegen op een zandrug – had de stormvloed overleefd. De commandeur nam kerk sieraden mee uit het verwoeste klooster en woonde tot zijn dood op de kloosterboerderij in Dangast.
In ruil daarvoor moest hij aan de graaf van Oldenburg elk jaar een halve ton boter leveren en elke twee jaar een vette koe en een lam, en één gulden betalen. Na de dood van de commandeur stelde graaf Georg von Oldenburg een zekere Johann Almedes („Klostermann“), in 1550 als meier (beheerder/pachter) aan. Hiermee kwam een einde aan de geschiedenis van het voorwerk Dangast van de Johannieter Orde.
Teijl Röben (Hanneken), de laatste commandeur van de Johannieter voorwerken Bredehorn en Jührden, wordt ook in verband gebracht met de kloosterboerderij Dangast: toen hij in 1531 afstand deed van zijn ambt als commandeur en de eerste protestantse predikant van Varel werd, zou de graaf van Oldenburg de „Klosterhoff Dangast“ aan hem hebben belehnt volgens een ambtelijk schrijven uit 1653. Een interessant gegeven hierbij is dat de vrouwen van Teijl Röben en Johann Almedes Klostermann zussen waren.
Na de reformatie bevestigden de graven Anton I en Anton II von Aldenburg (Varel) de familie Klostermann in 1662 en 1710 als „Hausleute zu Dangast“.
In 2010 ging de kloosterboerderij Dangast van het Sint-Jansklooster Hoven – met een grote tuin – van de familie Klostermann over naar de familie Hoffmann en wordt nu gebruikt als woonhuis met vakantiewoningen.

(Vertaling: M.W. Meijer)